Stellingen over het bolsjewisme 

- Helmut Wagner (1933)


I. De betekenis van het bolsjewisme


1.Het bolsjewisme heeft in de sovjeteconomie en de sovjetstaat zichzelf een gesloten veld van maatschappelijke praktijk geschapen. Het heeft met de III. Internationale zichzelf een instrument georganiseerd om de arbeidersbeweging op internationale schaal te sturen en te beïnvloeden. Het zette zijn principiële en tactische richtlijnen uiteen in het "Leninisme". Is nu, zoals Stalin zegt, de bolsjewistische theorie het marxisme in het tijdperk van het imperialisme en de proletarische revolutie, is het daarom de spil van de internationale revolutionaire klassebeweging van het proletariaat?


2. Het bolsjewisme heeft zijn internationale reputatie in de proletarische klassebeweging verworven, ten eerste door zijn consequente politiek van revolutionaire en internationale strijd tegen de wereldoorlog van 1914-1918, ten tweede door de Russische revolutie van 1917. Zijn wereldhistorische betekenis ligt in het feit dat het onder de altijd consequente leiding van Lenin de opkomende problemen van de Russische revolutie heeft erkend en tegelijkertijd voor zichzelf in de bolsjewistische partij het instrument heeft gecreëerd om de problemen praktisch op te lossen. De aanpassing van het bolsjewisme aan de problemen van de Russische revolutie, die plaatsvond in twintig jaar van moeizame en consequente ontwikkeling, werd bereikt met behulp van het inzicht in de fundamentele klassenproblemen van deze revolutie.


3. De vraag of de succesvolle uitvoering van haar taken het bolsjewisme in theorie en tactiek en organisatie in staat stelt en rechtvaardigt om de taken van de internationale proletarische revolutie te leiden en uit te voeren, is enerzijds de vraag naar de maatschappelijke grondslagen en voorwaarden van de Russische revolutie - anderzijds de vraag naar de internationale proletarische revolutie in de grote kapitalistische landen.



II. De voorwaarden van de Russische revolutie


4. De Russische maatschappij werd beslissend bepaald door haar ligging tussen Europa en Azië. Terwijl de meer geavanceerde economische macht en de sterkere internationale positie van het Europese Westen al aan het einde van de Middeleeuwen het begin van de organische ontwikkeling van het handelskapitalisme in Rusland verwoestte, legde de politieke superioriteit van het despotisme uit het Verre Oosten de basis voor de absolutistische staatsstructuur van het Russische Rijk. Rusland stond dus niet alleen geografisch, maar ook economisch en politiek gezien tussen twee continenten waarvan de verschillende economische grondslagen en politieke structuren op een eigenaardige manier op zijn grondgebied zijn samengesmolten.


5. De dubbelzinnige internationale positie van Rusland had niet alleen een beslissende invloed op zijn verleden, maar ook op de problemen van zijn revolutie in de eerste twintig jaren van de 20e eeuw. In het tijdperk van de imperialistische opkomst heeft het kapitalistische systeem twee tegengestelde, maar sterk verweven centra gecreëerd: het hoog-kapitalistische centrum van de actieve imperialistische opmars in het sterk geïndustrialiseerde gebied van West-Europa en Noord-Amerika en het koloniale centrum van de passieve imperialistische plundering in de Oost-Aziatische landbouwgebieden. De klassendreiging voor het systeem van het wereldimperialisme komt dan ook voort uit deze twee centra: de internationale proletarische revolutie vindt haar hoogtepunt in het West-Europees-Noord-Amerikaanse gebied van het hoog-kapitalisme. De nationale landbouwrevolutie vindt haar hoogtepunt in het gebied van de boerenlanden in Oost-Azië. In Rusland, dat op het kruispunt van de invloedssferen van beide centra van het wereldimperialisme stond, overlappen ook de tendensen van beide revoluties elkaar.


6. De Russische economie was een combinatie van een achtergebleven Aziatische landbouwproductie en een moderne Europese industriële economie. Voor de overgrote meerderheid van de Russische boeren bleef de lijfeigenschap in verschillende vormen bestaan. Als gevolg daarvan kon het aarzelende begin van de kapitalistische landbouw geen doorbraak bewerkstelligen. Ze leidden alleen maar tot een ontbinding van het Russische dorp, dat onbeschrijflijk verarmd was, zonder de banden van de boer met de grond te verbreken die hem niet meer voedde. De Russische landbouw, die vier vijfde van de Russische bevolking en meer dan de helft van de totale Russische productie omvatte, was tot 1917 een feodale economie, doordrongen van kapitalistische elementen. De Russische industrie was het land opgedrongen door het tsaristische regime, dat onafhankelijk wilde zijn van het buitenland, vooral wat betreft de productie van militaire benodigdheden. Maar omdat het Rusland ontbrak aan de fundamenten van een ontwikkelde ambachtelijke productie en het begin van de vorming van een klasse van "vrije arbeiders", ontstond dit statelijke kapitalisme onmiddellijk als grootschalige productie, maar het kende niet de loonarbeid. Het was een lijfeigenen-kapitalisme, en in het uitbetalingssysteem van de lonen, in de kazernehuisvesting van de arbeiders, in de sociale wetgeving en andere verschijningsvormen, behield het de sterke resten van deze bijzonderheid tot 1917. Het Russische proletariaat vertoonde dan ook niet alleen een gevoelig gebrek aan technische ontwikkeling, het was grotendeels analfabeet en in zeer grote mate direct of indirect verbonden met het dorp. In veel takken van de industrie waren de arbeidskrachten seizoensarbeiders van boerenherkomst, zonder vaste binding met de stad. Tot de revolutie van 1917 was de Russische industriële economie een kapitalistische productie die was doordrongen met feodale elementen. De feodale agrarische productie en de kapitalistische industriële productie waren dus in hun basiselementen met elkaar samengeklonterd en vormden een economisch systeem dat niet volgens feodale economische principes kon worden gecontroleerd en ook niet de basis vormde voor een organische ontwikkeling van de kapitalistische elementen.


7. In economisch opzicht had de Russische revolutie de taak, ten eerste, om het verborgen agrarische feodalisme en de aanhoudende uitbuiting van de boeren als lijfeigenen uit te bannen en en de industrialisering van de landbouw onder de voorwaarden te brengen van de moderne warenproductie, en ten tweede, om de onbegrensde creatie van een klasse van werkelijk "vrije arbeiders" en het bevrijden van de industriële ontwikkeling van alle feodale ketens mogelijk te maken. De economische taken van de Russische revolutie waren dus in essentie de taken van de burgerlijke revolutie.


8. Op deze grondslagen is de staat van het tsaristische absolutisme gevestigd. Het bestaan van deze staat was gebaseerd op het evenwicht van de twee bezittende klassen van Rusland, die elk niet in staat waren de andere te verdringen. Terwijl het Russische kapitalisme de economische ruggengraat van de absolute tsaristische staat vormde, zorgde de grondbezittende feodale adel voor zijn politieke steun. De "grondwet", het "kies"-recht en het systeem van "zelfbestuur" konden niet de politieke rechteloosheid van alle klassen van de tsaristische staat verhullen, die zijn regeermethoden onder de omstandigheden van de economische achterstand van het land een mengeling vormde van Europees absolutisme en Oost-Aziatisch despotisme. 

9. Politiek gezien stond de Russische revolutie voor de taak om de absolute staat te vernietigen, de privileges van de feodale adel als eerste stand te elimineren en een politieke grondwet en een bestuurlijk staatsapparaat in het leven te roepen dat de uitvoering van de economische taak van de revolutie politiek veilig stelde. De politieke taken van de Russische revolutie waren dus volledig in overeenstemming met de economische omstandigheden, de taken van de burgerlijke revolutie.

III. De klassensamenstelling van de Russische revolutie


10. In overeenstemming met de bijzondere maatschappelijke combinatie van feodale en kapitalistische elementen, stond de Russische revolutie ook voor gecombineerde en gecompliceerde taken. In wezen was ze net zo fundamenteel verschillend van de klassieke burgerlijke revolutie als de maatschappij van het Russische absolutisme aan het begin van de 20e eeuw verschilde van de maatschappij van bijvoorbeeld het Franse absolutisme in de 17e eeuw.


11. Dit verschil, dat voortkomt uit de verschillende economische fundamenten, vond zijn meest zichtbare politieke uitdrukking in de positie van de afzonderlijke klassen van Rusland ten opzichte van het tsaristische systeem en de revolutie. Volgens hun economische klassenbelangen moesten alle Russische klassen principieel tegen het tsarisme gekant zijn. Maar in de politieke praktijk waren zij niet alleen in verschillende mate tegen het tsarisme gekant, maar vertoonden ze ook een grote verscheidenheid aan doelstellingen en intenties.


12. De feodale adel streed in principe alleen maar om zijn invloed op de absolute staat uit te breiden, die hij als geheel zeker wilde behouden om zijn privileges veilig te stellen.


13. De bourgeoisie, die numeriek zwak was, politiek afhankelijk en in veel gevallen direct verbonden met het tsarisme door het protectionisme van de staat, onderging meerdere veranderingen in haar politieke houding. In de Dekabristenbeweging van 1825 voerde zij haar eerste en enige actieve revolutionaire aanval uit op het absolutistische systeem. Ten tijde van de terroristenbeweging van de Narodniki in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw steunde zij op passieve wijze de revolutionaire beweging om de druk op het tsarisme op te voeren. De rol van een drukmiddel op het absolutistische regime wilde ze ook de aan de revolutionaire stakingsbewegingen opdringen, tot aan de oktoberstrijd van 1905. Het doel was al niet meer de eliminatie, maar de hervorming van het tsarisme. Na de oktober-strijd van 1905 schakelde zij in de parlementaire periode van 1906 tot het voorjaar van 1917 over op de politiek van directe verstandhouding met het tsarisme. Ten slotte, op de vlucht voor de gevolgen van de revolutionaire strijd van de proletarische en boerenmassa's, kwam de Russische bourgeoisie tot de onvoorwaardelijke politieke zelfverloochening ten opzichte van de tsaristische reactie in de periode van de staatsgreep van Kornilov, die de oude tsaristische macht moest herstellen. Ze werd contrarevolutionair, nog voordat de taken van de eigen revolutie waren uitgevoerd. Het eerste klassenkenmerk van de Russische revolutie is dan ook het feit dat zij als burgerlijke revolutie niet alleen zonder maar ook direct tegen de bourgeoisie moest worden voltrokken. Dit heeft geleid tot een fundamentele verschuiving in haar hele politieke karakter.


14. In overeenstemming met hun overgrote meerderheid werden de boeren de sociale klasse die, op zijn minst passief, over de Russische revolutie besliste. Hoewel de getalsmatig geringere grote en middelgrote kapitalistische boeren een kleinburgerlijke liberale politiek vertegenwoordigden, werd de overgrote meerderheid van de uitgehongerde en tot slaaf gemaakte boeren door elementair geweld gedwongen tot de gewelddadige onteigening van de grond van de landgoederen. Niet in staat om een eigen klassenpolitiek te voeren, bevonden de Russische boerenlagen zich altijd in de aanwezigheid van andere klassengroeperingen. Tot februari 1917 waren zij, ook al was het onder het geharrewar van herhaalde opstanden, het doorgaans onwrikbare fundament van het tsarisme geweest. Door hun getalsmatige verlamming en hun achterlijkheid mislukte de revolutie van 1905. In 1917 besloten zij tot het einde van het tsarisme, dat hen in het leger had verenigd in grote sociale eenheden, omdat ze op de hun eigen passieve wijze de oorlogsvoering lam legden. In het verdere verloop van de revolutie, maakten ze een eind aan het grootgrondbezit door de primitieve maar niet te stuiten opstand in het dorp. Zo schiepen ze de voorwaarden voor de overwinning van de bolsjewistische revolutie, die zich in de jaren van de burgeroorlog alleen staande kon houden, dankzij hun voortdurende actieve hulp.


15. Het Russische proletariaat bezat, ondanks zijn achterlijkheid, een grote gevechtskracht dankzij de genadeloze school van het samengaan van tsaristische en kapitalistische onderdrukking. Het wierp zich met een enorme volharding in de acties van de Russische burgerlijke revolutie en werd zijn scherpste en meest betrouwbare instrument. Omdat elk van zijn acties in de botsing met het tsarisme revolutionair werd, ontwikkelde het een primitief klassenbewustzijn dat zich op het hoogtepunt van de subjectief communistische wil verhief in de deelname aan de strijdacties van 1917, vooral tijdens de elementaire overname van vitale bedrijven.


16. De kleinburgerlijke intelligentsia speelde een bijzondere rol in de Russische revolutie. Materieel en mentaal ondraaglijk beperkt, belemmerd in de professionele carrière, was ze geschoold in de meest geavanceerde ideeën van de Europese vooruitgangsstreven. Daardoor bevonden de beste krachten van de Russische intellectuelen zich in de voorste gelederen van de revolutionaire beweging en drukten er hun kleinburgerlijk Jacobijns stempel op. Bovenal is de beweging van de Russische sociaaldemocratie door haar leidende laag van beroepsrevolutionairen een revolutionair-kleinburgerlijke partij.


17. Voor de uitvoering van de taken van de Russische revolutie is een speciale bundeling van krachten ontstaan. De enorme boerenmassa's vormden haar passieve basis, de proletarische massa's, die kleiner waren dan hen, maar revolutionair sterk in de strijd, vertegenwoordigden haar actieve strijdwapen, en de kleine laag van revolutionaire intellectuelen stond op om het hoofd van de revolutie te worden.


18. Deze klassendriehoek van de Russische revolutie was onvermijdelijk het gevolg van de klassensamenstelling van de tsaristische absolutistische maatschappij, die politiek gedomineerd werd door de absolutistische zelfstandige staat en waarvan de fundamenten gevormd werden door de politiek machteloze bezittende klassen van de feodale adel en de bourgeoisie. De bijzondere taak om de burgerlijke revolutie zonder en tegen de bourgeoisie te voltrekken kwam bracht de noodzaak met zich mee om de elementaire strijd van het proletariaat en de boeren voor de omverwerping van het tsarisme te mobiliseren en tegelijkertijd met het tsarisme de bestaande vormen van feodale en kapitalistische uitbuiting te ontmantelen. De Russische boerenmassa's hadden getalsmatig gezien de revolutionaire taak in hun eentje kunnen uitvoeren, maar ze waren daar politiek niet toe in staat, want ze konden hun klassenbelangen alleen realiseren door zich te onderwerpen aan de leiding van een andere klassenlaag, die tot op zekere hoogte de mate bepaalde waarin de boerenbelangen zouden worden gerealiseerd. In 1917 ontwikkelden de Russische arbeiders het begin van een zelfstandige communistische klassepolitiek, maar het ontbrak hen aan de maatschappelijke voorwaarden voor hun overwinning, die als een overwinning van de proletarische revolutie een overwinning op de boeren had moeten zijn. Dit was onmogelijk voor de tien miljoen proletariërs van Rusland. Zo vielen zij, net als de boeren, ten prooi aan het leiderschap van een intellectuele laag die niet organisch verbonden is met hun belangen.


19. De oprichting van de leidende organisatie van de Russische revolutie en de ontwikkeling van de bijbehorende tactiek is de verdienste van de bolsjewiki. Ze hebben de revolutie mogelijk gemaakt, door het scheppen van een, op den duur niet te handhaven eenheid tussen de boerenmassa's die strijden voor privé-eigendom en de arbeiders die strijden voor het communisme. Ze verzekerden het succes ervan door de tegengestelde belangengroeperingen van boeren en arbeiders met de band van hun ijzeren partijdictatuur in te tomen. De bolsjewiki zijn de leidende partij van de revolutionaire kleinburgerlijke intelligentsia van Rusland, die de historische taak van de Russische revolutie van de historische aanpassing heeft volbracht door te steunen op de door hen verenigde burgerlijk-revolutionaire boerenklasse en de proletarisch-revolutionaire arbeidersklasse.


IV. Het wezen van het bolsjewisme


20. Het bolsjewisme vertoont alle basiskenmerken van de burgerlijk-revolutionaire politiek, versterkt door het inzicht in de bewegingswetten van de van de sociale klassen die het van het marxisme heeft overgenomen. De uitspraak van Lenin: "De revolutionaire sociaal-democraat is de Jacobijn die verbonden is met de massa" is meer dan een oppervlakkige vergelijking. Hij verraadt eerder de wezenlijke technisch-politieke affiniteit met de beweging van de revolutionaire kleinburgerij van de Franse revolutie.


21. Het basisprincipe van de bolsjewistische politiek is Jacobijns: de machtsovername en -uitoefening door de organisatie. Het leidende principe van het grote politieke perspectief en de realisatie ervan door de tactiek van de bolsjewistische organisaties die strijden voor de macht is Jacobijns: het mobiliseren van alle maatschappelijke geschikte middelen en krachten om de absolutistische tegenstander omver te werpen met behulp van alle methoden die succes beloven: het manoeuvreren en het pacteren met elke sociale kracht die kan worden gebruikt, ook al is het voor de kortst mogelijke tijd en voor het meest onbeduidende deel van de strijd. Tenslotte is het basisidee op het gebied van de organisatie van het bolsjewisme Jacobijns: het scheppen van een strakke organisatie van professionele revolutionairen, die een militair gedisciplineerd en volgzaam instrument is en blijft van een almachtig leiderschap.


22. Theoretisch gezien heeft het bolsjewisme geenszins een eigen gedachtengoed ontwikkeld dat als een gesloten systeem kan worden beschouwd. In plaats daarvan heeft het de methode van de invalshoek van de klassentegenstellingen van het marxisme overgenomen en aangepast aan de situatie van de Russische revolutie, d.w.z. het heeft de inhoud ervan fundamenteel veranderd met behoud van de marxistische terminologie.


23. De eigen ideologische prestatie van het bolsjewisme is de combinatie van zijn politieke theorie als geheel met filosofisch materialisme. Als radicale voorvechter van de burgerlijke revolutie kwam het bolsjewisme terecht bij de radicale filosofische ideologie van de burgerlijke revolutie en maakte deze tot het dogma van zijn wereldbeschouwelijke oriëntatie. Het vasthouden aan het filosofisch materialisme gaat gepaard met een aanhoudende terugval in het filosofisch idealisme, dat de politieke praktijk uiteindelijk beschouwt als resultaat van de acties van de leiders. (Verraad van het reformisme - vergoddelijking van Lenin en Stalin.)


24. De organisatie van het bolsjewisme kwam voort uit de sociaal-democratische kringen van intellectuele revolutionairen en ontwikkelde zich door middel van fractiestrijd, splitsing en nederlagen tot een leidersorganisatie waarvan de besluitvormende posities in handen bleven van de kleinburgerlijke intelligentsia. De structuur ervan heeft ze, aangemoedigd door de aanhoudende toestand van illegaliteit, geconsolideerd in een politieke organisatie met een militaristisch karakter, waarvan het raamwerk werd gevormd door de professionele revolutionairen. Alleen met zo'n strak leiderschapsinstrument kon de bolsjewistische tactiek worden uitgevoerd en de historische taak van de revolutionaire intelligentsia van Rusland worden vervuld.


25. De tactiek van het bolsjewisme, die diende om de taak van het veroveren van de macht door de organisatie uit te voeren, toonde een enorme interne geslotenheid. De voortdurende externe schommelingen waren in wezen telkens slechts de aanpassingen aan veranderde situaties en veranderde machtsverhoudingen tussen de klassen. In overeenstemming met het principe van de absolute ondergeschiktheid van de middelen aan het doel, werden de tactieken voortdurend opnieuw bepaald, zelfs in het geval van de schijnbaar fundamentele leuzen, zonder rekening te houden met het ideologische effect op de klassen die ze leidden. Het was de taak van de functionarissen om de "massa's" elk van de zwenkingen te doen begrijpen. Omgekeerd heeft het bolsjewisme elke ideologische stroming van de massa's uitgebuit, zelfs als die fundamenteel in strijd was met de politieke principes van het partijprogramma. Zij kon dit doen omdat het alleen geïnteresseerd was in de steun tot elke prijs van de massa voor zijn politiek. Het moest dit doen omdat deze massa's zelf - arbeiders en boeren - tegengestelde belangen hadden en een heel ander bewustzijn. Maar het is precies de tactische methode van het bolsjewisme die zijn verbondenheid met de revolutionair-burgerlijke politiek verraadt, aangezien het de methode daarvan in de praktijk brengt.


V. Oriëntatiepunten van de bolsjewistisch politiek


26. De doelstelling waarvan het bolsjewisme uitgaat is de omverwerping van het tsaristische systeem. Het heeft als tegenstander van het absolutisme een revolutionair-burgerlijk karakter. De strijd om de tactische lijn van de Russische sociaaldemocratie is onderworpen aan deze doelstelling. Het bolsjewisme ontwikkelt zijn methoden en leuzen in deze strijd.


27. De historische taak van het bolsjewisme was om de rebellie van het proletariaat en de boerenmassa's, die op zeer verschillende maatschappelijke niveaus stonden, door middel van hun leiderschapstactiek samen te smeden tot een gezamenlijke actie tegen de feodale staat. Het moest de boerenopstand, de actie van de burgerlijke revolutie aan het begin van de ontwikkeling van de burgerlijke maatschappij, verenigen met de opstand van het proletariaat, de actie van de proletarische revolutie aan het einde van de ontwikkeling van de burgerlijke maatschappij, in een verenigde actie bijeenbrengen. Het kon dit alleen doen door een genereuze strategie te ontwikkelen om de meest uiteenlopende klassenbewegingen en -stromingen te benutten.


28. Deze strategie van het uitbuiten van alle mogelijkheden begint met de bereidheid om de kleinste scheuren en barsten in het kamp van de vijand te gebruiken. Zo verwelkomde Lenin de ene keer de liberale landeigenaren als de "bondgenoten van morgen", terwijl hij bij een andere gelegenheid pleitte voor steun aan de geestelijken die zich tegen de regering keerden vanwege hun materiële achteruitzetting. Hij was ook bereid om de door het tsarisme vervolgde religieuze sekten te steunen.


29. De duidelijkheid van Lenins tactiek blijkt uit het feit dat hij vooral door de ervaring van 1905 de kwestie van de "bondgenoten van de revolutie" op de juiste lijn heeft gezet door een scherper standpunt in te nemen tegen alle compromissen met de beslist kapitalistische groepen en door de politiek van "bondgenootschap" en compromis te beperken tot de lagen van kleinburgers en kleine boeren, d.w.z. tot alleen die lagen die historisch gezien gemobiliseerd konden worden voor de burgerlijke revolutie in Rusland.


30. De tweeklassenbasis van de bolsjewistische politiek wordt op een breed front uitgedrukt in de tactische slogan van de "democratische dictatuur van de arbeiders en boeren", die in 1905 tot de algemene leidraad van de bolsjewistische politiek werd gemaakt en die nog steeds de illusoire gedachte van een soort parlementarisme zonder de bourgeoisie in zich draagt. Deze werd later vervangen door de slogan van het "klassenverbond tussen arbeiders en boeren". Achter deze formule schuilt niets anders dan de noodzaak om deze beide klassen in beweging te brengen voor de machtspolitiek van het bolsjewisme.


31. De respectievelijke leuzen waaronder de beide klassen die beslissend waren voor de Russische revolutie moesten worden gemobiliseerd vanuit hun tegengestelde economische belangen, waren schaamteloos ondergeschikt aan het gebruik van de krachten van deze klassen. Om de boeren te mobiliseren stelden de bolsjewiki al rond 1905 de leuze "radicale onteigening van grote landgoederen door de boeren" op. Deze slogan zou door de boeren geïnterpreteerd kunnen worden als een oproep tot de verdeling van de grote landgoederen onder de kleine boeren. Toen de mensjewiki wezen op deze reactionaire inhoud van de bolsjewistische landbouwleuze, gaf Lenin hen te kennen dat de bolsjewiki zich helemaal niet hadden gecommitteerd aan de vraag wat er met de onteigende grond zou gebeuren. Dat zou een zaak moeten zijn voor het sociaal-democratische beleid in de betreffende situatie. De eis dat het land van de grootgrondbezitters moest worden overgenomen door de boeren had dus een uitgesproken demagogisch karakter, maar het trok de aandacht van de boeren op het cruciale punt van hun belangen. Op een vergelijkbare manier smeten de bolsjewiki ook leuzen in de arbeidersklasse, zoals de slogan van de raden. De enige doorslaggevende factor in hun tactiek was het kortstondige succes van een leuze die geenszins werd beschouwd als een principiële verplichting van de partij ten opzichte van de massa’s, maar als een propagandamiddel van een politiek die de machtsgreep door de organisatie tot zijn uiteindelijke doel maakte.


32. In de periode 1906-1914 heeft het bolsjewisme in de combinatie van legaal en illegaal werk de tactiek van het "revolutionaire parlementarisme" ontwikkeld. Deze tactiek kwam overeen met de situatie van de burgerlijke revolutie in Rusland. 

Met haar hulp was het mogelijk om de dagelijkse guerrilla tussen de arbeidersklasse en het tsarisme, en de boeren en het tsarisme, te integreren in de grote lijn van de voorbereiding van de burgerlijke revolutie onder Russische omstandigheden, vooral omdat elke stap van de parlementaire activiteit van de Russische sociaal-democratie als gevolg van de tsaristische dictatoriale politiek een burgerlijk-revolutionair karakter had. In hun tactiek van "revolutionair parlementarisme" zetten de bolsjewiki de politiek voort om de twee doorslaggevende klassen te mobiliseren in de veranderde situatie tussen de revolutie van 1905 en de wereldoorlog, waarbij ze de Doema als tribune gebruikten voor hun propaganda onder de arbeiders en de boeren.


VI. Het bolsjewisme en de arbeidersklasse


33. Het bolsjewisme heeft de historische taak van de burgerlijke revolutie in het feodaal-kapitalistische Rusland vervuld met behulp van het actieve strijdwapen proletariaat. Tegelijkertijd heeft het zich de revolutionaire theorie van de arbeidersklasse eigen gemaakt en omgevormd naar haar doel. Het "Marxisme-Leninisme" is geen marxisme, maar de sociale inhoud van de Russische revolutie is in de vorm gegoten van een marxistische terminologie die is aangepast aan de doelstellingen van de burgerlijke revolutie in Rusland. In de handen van het bolsjewisme wordt deze theorie, ondanks dat het een middel is om de klassenstructuur en de klassentendensen van Rusland te herkennen, tegelijkertijd een middel om de eigenlijke klasse-inhoud van de bolsjewistische revolutie objectief te versluieren. Achter de Marxistische begrippen en leuzen gaat de inhoud van een burgerlijke revolutie schuil, die moest worden uitgevoerd door het gezamenlijke optreden van het socialistisch georiënteerde proletariaat en de aan het particuliere eigendom gebonden boerenbevolking, onder leiding van de revolutionaire kleinburgerlijke intelligentsia, tegen het tsaristische absolutisme, de landadel en de bourgeoisie.


34. De absolute aanspraak op het leiderschap van de revolutionaire, kleinburgerlijke Jacobijnse intelligentsia gaat schuil achter de bolsjewistische opvatting van de rol van de partij in de arbeidersklasse. De kleinburgerlijke intelligentsia kon haar organisatie alleen ontwikkelen tot een actief revolutionair strijdwapen door proletarische krachten aan te trekken en te gebruiken. Daarom noemde ze haar partij van het Jacobinisme proletarisch. Het bolsjewisme baseerde de ondergeschiktheid van de strijdende arbeidersklasse aan de kleinburgerlijke leiding op de theorie van de "voorhoede" van het proletariaat, die het in zijn praktijk ontwikkelde tot het principe: de partij belichaamt de klasse. Ze is dus niet het gereedschap van de arbeidersklasse, maar de arbeidersklasse is haar gereedschap.


35. Het bolsjewisme beschrijft de noodzaak om de bolsjewistische politiek te baseren op de lagere klassen van de Russische maatschappij in de leuze van "het klassenverbond tussen het proletariaat en de boeren", waarin consequent tegengestelde klassenbelangen bewust op één lijn worden geplaatst.


36. Het bolsjewisme verhult de aanspraak op het onvoorwaardelijke leiderschap over de boeren met de uitspraak van de "hegemonie van het proletariaat in de revolutie". Aangezien het proletariaat van zijn kant wordt gedomineerd door de bolsjewistische partij, betekent de "hegemonie van het proletariaat" de hegemonie van de bolsjewistische partij en haar aanspraak om de beide klassen van de Russische revolutie te overheersen.


37. De bolsjewistische aanspraak de macht over de maatschappij te grijpen over de ruggen van beide klassen, vindt de hoogste uitdrukking in het bolsjewistische concept "dictatuur van het proletariaat". In samenhang met het concept van de bolsjewistische partij als de absoluut leidende organisatie van de klasse, betekent de formule van de proletarische dictatuur, vanaf het begin, de formule van de heerschappij van de Jacobijns-bolsjewistische organisatie. De klasse-inhoud wordt verder volledig opgeheven door de bolsjewistische definitie van de dictatuur van het proletariaat als het "klassenverbond tussen proletariaat en boeren onder de hegemonie van het proletariaat" (Stalin en het programma van de Comintern). Het Marxistische principe van de dictatuur van de arbeidersklasse wordt door het bolsjewisme omgevormd tot het principe van de overheersing door de Jacobijnse partij van beide klassen die in hun belangen tegenover elkaar staan.


38. Het burgerlijke karakter van de bolsjewistische revolutie wordt door hen zelf onderstreept in de door hen weer in het leven geroepen leuze van de "volksrevolutie", d.w.z. de gemeenschappelijke strijd van verschillende klassen van een volk in één revolutie, wat de typische slogan is van elke burgerlijke revolutie, die achter een burgerlijk leiding kleinburgerlijke-boeren en proletarische massa's inzet voor haar klassendoelen.


39. In het licht van de strijd om de macht van de organisatie over de revolutionaire klassen wordt elke democratische houding van het bolsjewisme tot slechts een tactische zet. Het bewees dit vooral in de kwestie van de arbeidersdemocratie van de raden. Ten eerste, Lenin's leuze van maart 1917: "Alle macht aan de raden" draagt het typische tweeledige gezicht van de Russische revolutie, want de raden waren "arbeiders-, boeren- en soldaten- (d.w.z. opnieuw boeren-) raden". Maar de leuze bleef slechts een tactiek. Ze werd door Lenin tijdens de Februarirevolutie naar voren gebracht omdat ze de "vreedzame" overgang van de heerschappij van de coalitie van sociaal-revolutionairen en mensjewiki naar de bolsjewiki leek te verzekeren door het vergroten van hun invloed in de raden. Toen na de nederlaag van de julidemonstratie de invloed van de bolsjewiki in de raden afnam, liet Lenin de leuze van de raden tijdelijk varen en riep hij op tot de organisatie van andere organen van de opstand door de bolsjewistische partij. Pas toen de invloed van de bolsjewiki in de raden weer sterk toenam in de nasleep van de staatsgreep van Kornilov, nam de partij van Lenin de leuze van de raden weer op. Door de raden vooral te beschouwen als organen voor de opstand en niet als organen van het zelfbestuur door de proletarische klasse, lieten de bolsjewiki zien dat de raden slechts een instrument waren waarmee hun partij de macht kon grijpen. In de praktijk heeft het bolsjewisme dit niet alleen bewezen in de organisatie van de Sovjetstaat na de verovering van de macht in het algemeen, maar ook in het specifieke geval van de bloedige onderdrukking van de rebellie van Kronstadt. De boerenkapitalistische eisen van deze opstand werden ingewilligd door de NEP-politiek, maar de proletarisch-democratische eisen werden gesmoord in stromen van arbeidersbloed.


40. De strijd om de inhoud van de Russische raden leidde al in 1920 tot de vorming van een echte communistische stroming in de Russische partij, die over het algemeen nog zwak was. De Arbeidersoppositie (Utjanikov) vertegenwoordigde de gedachte om de radendemocratie voor de arbeidersklasse uit te voeren. Ze werd uitgeroeid, zoals later elke serieuze oppositie van deze richting, door tuchthuisstraffen, verbanning en executie. Maar haar platform blijft het historische uitgangspunt van een onafhankelijke proletarische communistische beweging tegen het bolsjewistische regime.



41. Ook de houding van de bolsjewiki ten opzichte van de vakbondskwestie wordt bepaald door het gezichtspunt van de beheersing en leiding van de arbeiders door de bolsjewistische partij. In Rusland hebben ze na de verovering van de macht met hun praktische verstaatsing en militarisering, maar ook door hun verplichte karakter, de vakbonden volledig beroofd van het karakter van arbeidersorganisaties. In de andere landen namen ze uiteindelijk de bureaucratische reformistische vakbondsorganisaties in bescherming en in plaats van ze te vernietigen, propageerden ze de "verovering" van hun apparaat. Zij waren bittere tegenstanders van het idee van revolutionaire bedrijfsorganisaties omdat deze de proletarische democratie belichaamden. Ze vochten voor de verovering of heroprichting van organisaties met een centralistische bureaucratie, die ze vanuit hun commandoposten wilden domineren.


42. Als de leidersbeweging van de Jacobijnse dictatuur bestreed het bolsjewisme consequent in al zijn fasen het idee van de zelfbeschikking van de arbeidersklasse en eiste het de onderwerping van het proletariaat aan de gebureaucratiseerde organisatie. In de strijd over het organisatievraagstuk binnen de Tweede Internationale in de vooroorlogse periode was Lenin een felle en hatelijke tegenstander van de communistische Rosa Luxemburg en baseerde hij zich expliciet op de centristische Kautsky, die tijdens en na de wereldoorlog zijn klasseverraderlijke lijn volkomen blootlegde. 

Het bolsjewisme bewees toen, net als gedurende de hele periode, dat het niet alleen geen begrip had voor de vraagstukken van de ontwikkeling van het bewustzijn en de klasseorganisatie van het proletariaat, maar dat het met alle middelen elke theoretische en praktische benadering van daadwerkelijke klasseorganisatie en klassepolitiek bestreed.


VII. De bolsjewistische revolutie


43. Het bolsjewisme heeft de revolutie van februari 1917 gekarakteriseerd als de burgerlijke revolutie en de revolutie van oktober 1917 als de proletarische revolutie van Rusland om zijn latere regime voor te kunnen stellen als heerschappij van de proletarische klasse, en zijn economisch beleid als socialisme. De absurditeit van deze scheiding van de revolutie van 1917 wordt pas duidelijk als men bedenkt dat een ontwikkeling van zeven maanden dan voldoende zou zijn geweest om de economische en sociale voorwaarden te scheppen voor de proletarische revolutie in een land dat net in het proces van de burgerlijke revolutie was gekomen, dat wil zeggen om een hele fase van economische en sociale ontwikkeling van ten minste tientallen jaren eenvoudigweg over te slaan. In werkelijkheid is de revolutie van 1917 een grondig uniform en sociaal herstructureringsproces dat met de ineenstorting van het tsarisme zijn externe koers begon en een beslissend hoogtepunt bereikte met de gewapende, zegevierende opstand van de bolsjewiki op 7 november. Dit enorme herstructureringsproces is het proces van de Russische burgerlijke revolutie onder de historisch ontwikkelde, bijzondere Russische omstandigheden.


44. In dit proces grijpt de partij van de Jacobijnse revolutionaire intelligentsia de macht over de beide sociale golven van de boeren- en proletarische massa-opstand en creëert in plaats van de uit elkaar getrokken heersende driehoek van tsarisme-feodale adel-bourgeoisie de nieuwe heersende driehoek bolsjewisme-boeren-arbeiders. Zoals het tsaristische staatsapparaat verzelfstandigd regeerde over de beide bezittende klassen, zo begon het nieuwe bolsjewistische staatsapparaat zich onafhankelijk te maken van zijn tweeklassenbasis. Rusland is van de staat van het tsaristische absolutisme overgegaan in de staat van het bolsjewistische absolutisme.


45. De politiek van de bolsjewiki zelf verheft zich tijdens de revolutionaire periode tot het hoogste niveau van het verzamelen en beheersen van de maatschappelijke krachten van de Russische revolutie. Het hoogtepunt van hun revolutionaire tactiek wordt bereikt in de voorbereiding en uitvoering van de gewapende opstand. Voor de bolsjewiki wordt de kwestie van een gewelddadige opstand een kwestie van precieze, tot op de minuut vastgelegde, planmatige militaire actie, waarvan de belangrijkste, stuwende en bepalende kracht de bolsjewistische partij met haar militaire formaties is. De visie, de voorbereiding en de uitvoering van de gewapende opstand door de bolsjewiki dragen de duidelijke sporen van de in de Russische revolutie op zijn beurt enig mogelijke politiek van de jacobijnse samenzwering, namelijk de opstand onder de bijzondere voorwaarden van de uitvoering van de burgerlijke revolutie tegen de bourgeoisie.


46. Het eigenlijke karakter van de bolsjewistische revolutie als een burgerlijke revolutie komt tot uiting in de economische leuzen van deze revolutie zelf. De bolsjewiki vertegenwoordigden in de ogen van de boerenmassa's op de meest radicale manier de eis van de gewelddadige toe-eigening van de landerijen door de spontane actie van de landhongerige boeren. In hun landbouwpraktijk en hun boerenleuzen (vrede en land) gaven zij ten volle uiting aan het belang van de boeren die strijden voor kleinschalig privé-eigendom, dat wil zeggen op de kapitalistische lijn, en waren zij dus in het agrarische vraagstuk de onvoorwaardelijke voorstanders van het klein-kapitalistische, dat wil zeggen niet het socialistisch-proletarische, belang tegen het feodale en kapitalistische grootgrondbezit.


47. Maar de economische eisen van de bolsjewistische revolutie hadden ten opzichte van de arbeiders ook geen socialistische inhoud. Lenin verwierp bij herhaling met name de mensjewistische beschuldiging dat het bolsjewisme een utopische politiek van socialisatie van de productie vertegenwoordigde in een land waarin de voorwaarden daartoe ontbraken. De bolsjewiki verklaarden dat de revolutie helemaal niet ging over de socialisatie van de fabrieken, maar over de controle van de productie door de arbeiders. De leuze van de controle over de productie diende om het kapitalisme als kracht voor de technische en economische organisatie van de productie in stand te houden, maar om het te ontdoen van zijn uitbuitende karakter. Het burgerlijke karakter van de bolsjewistische revolutie en de bolsjewistische zelfbeperking tot dit burgerlijke economische karakter, in tegenstelling tot de bolsjewistische beweringen over de resultaten van de revolutie van 1917, kon niet duidelijker naar voren komen dan in de slogan van de controle van de productie.


48. De elementaire kracht van de opmars van de arbeidersmassa's enerzijds en de sabotage door de afgezette ondernemers anderzijds, dreven ondertussen het economische industriebeleid van het bolsjewisme tot de overname van de industriële productiefaciliteiten door de nieuwe staatsbureaucratie. Lenin noemde de staatseconomie, die aanvankelijk, tijdens de hele periode van het oorlogscommunisme, verstikt raakte in organisatie (Glavkisme), een staatskapitalisme. De aanduiding van de bolsjewistische staatseconomie als socialistisch is het product van het stalinistische tijdperk.


49. Lenin zelf had echter geen fundamenteel ander idee van de socialisatie van de productie dan dat van een bureaucratisch geleide staatseconomie. Zijn modellen voor de socialistische organisatie van de productie waren bijvoorbeeld de Duitse oorlogs-planeconomie, of de post, d.w.z. uitgesproken bureaucratisch-centralistische van bovenaf geleide economische organisaties. Hij zag alleen de technische, maar niet de proletarische, maatschappelijke kant van het vraagstuk van de socialisatie. Op dezelfde manier had Lenin, en met hem het bolsjewisme in het algemeen, zich gebaseerd op de socialiseringsideeën van de centristische Hilferding, die in zijn "Finanzkapital" het geïdealiseerde beeld had geschetst van een door en door georganiseerd kapitalisme. Het bolsjewisme heeft het echte probleem van de socialisatie van de productie volledig gemist, namelijk de overname van de bedrijven en de organisatie van de economie door de arbeidersklasse en haar klasse-organen, de economische raden. Het moest er aan voorbijgaan omdat het marxistische idee van de vereniging van vrije en gelijke producenten lijnrecht staat tegenover de kern van de jacobijnse organisatie, en omdat Rusland niet de sociale en economische voorwaarden voor het socialisme vertoonde. Het socialisatieconcept van de bolsjewiki is dus niets anders dan het concept van een kapitalistische economie die door de staat wordt overgenomen en door zijn bureaucratie van buitenaf en van bovenaf wordt gestuurd. Het bolsjewistische socialisme is een door de staat georganiseerd kapitalistische economie.


VIII. Het internationalisme van de bolsjewiki en de nationale kwestie


50. Tijdens de wereldoorlog hebben de bolsjewiki een consequent internationalistisch standpunt ingenomen onder het motto "de imperialistische oorlog omvormen in een burgeroorlog", waarbij ze zich schijnbaar als consequente marxisten gedroegen. Hun revolutionaire internationalisme werd echter evenzeer bepaald door hun tactiek in de strijd voor de Russische revolutie als bijvoorbeeld hun latere bekering tot de NEP-politiek in Rusland zelf. De oproep van het bolsjewisme aan de internationale arbeidersklasse was slechts één kant van een groot opgezette politiek van internationale steun aan de Russische revolutie. De andere kant was het beleid en de propaganda van de "nationale zelfbeschikking" van de volkeren, waarbij het klasseperspectief nog meer in de steek werd gelaten dan in het concept van de "volksrevolutie" ten gunste van een algemeen beroep op alle klassen van bepaalde volkeren.


51. Dit tweezijdige "tweeklassen-internationalisme" van de bolsjewiki is het resultaat van de internationale situatie van Rusland en zijn revolutie. Het staat tussen de twee centra van het imperialistische wereldsysteem, geografisch en sociologisch. In Rusland, waar de actieve imperialistische en de passieve koloniale tendensen van het wereldkapitaal elkaar snijden, is dit systeem uit elkaar gevallen. De reactionaire klassen van Rusland bleken niet in staat het te herenigen, zoals hun beslissende nederlaag in de staatsgreep van Kornilov en later in de periode van de burgeroorlog bewees. Het enige echte gevaar dat de Russische revolutie bedreigt, is het gevaar van interventie door de imperialistische mogendheden. Alleen de militaire invasie van het imperialistische kapitaal zou het bolsjewisme kunnen verslaan en het tsarisme kunnen herstellen, dat tegelijkertijd als werktuig en materiaal is ingebouwd in het wereldsysteem van de imperialistische uitbuiting. Het probleem van de actieve verdediging van het bolsjewisme tegen het wereldimperialisme werd dus opgelost door in de centra van de imperialistische macht zelf de aanval te openen. Dit gebeurde in de tweezijdige internationale politiek van het bolsjewisme.


52. Met het standpunt van de internationale proletarische revolutie propageerde het bolsjewisme de aanval van het internationale proletariaat, dat met zijn revolutie verbonden zou worden, op het centrum van het wereldimperialisme in de hoogkapitalistische landen. Met de politiek van het "zelfbeschikkingsrecht van de naties" propageerde het bolsjewisme de aanval van de onderdrukte boerenvolkeren van het Verre Oosten op het koloniale centrum van het wereldimperialisme. In een tweeledige internationale politiek met enorme perspectieven, probeerde het bolsjewisme de proletarische arm en de boerenarm van zijn revolutie uit te breiden op het internationale vlak van het wereldkapitalisme.


53. Het standpunt van het bolsjewisme over de "nationale kwestie" is praktisch, dat wil zeggen, niet alleen een instrument van de burgerlijke revolutie in zijn land, die het tsarisme probeerde te verslaan met behulp van de ontdekte nationale instincten van de meervoudig onderdrukte boerenlagen en volkeren van het Russische Rijk. Het is tegelijkertijd het boereninternationalisme van een burgerlijke revolutie, die in het tijdperk van het wereldimperialisme werd uitgevoerd en die alleen uit de mazen van het internationale, imperialistische hoogkapitalistische netwerk kon blijven met een internationaal georiënteerde en geactiveerde tegenpolitiek.


54. Als instrumenten van het bolsjewistische leiderschap van deze internationalistische politiek van steun aan de burgerlijke revolutie op nationaal Russisch grondgebied heeft het bolsjewisme getracht twee internationale organisaties op te richten: de Derde Internationale als organisatie van het inzetten van de arbeidersmassa's van de hoogkapitalistische landen, en de Boereninternationale als de organisatie van de bolsjewistische inzet van de Oost-Aziatische boerenvolkeren. Als laatste leidende gedachte van deze internationale tweeklassenpolitiek van het bolsjewisme verscheen het idee van de wereldrevolutie, waarbij de internationale Europees-Amerikaanse proletarische en de nationale, voornamelijk Oost-Aziatische boerenrevolutie onder de strakke leiding van Moskou samengevoegd zouden worden tot een nieuwe internationale eenheid van de bolsjewistische wereldpolitiek. Voor de bolsjewiki heeft de term "wereldrevolutie" dus een heel andere klasse-inhoud. Het heeft niets meer gemeen met het idee van een internationale proletarische revolutie.


55. De internationale politiek van het bolsjewisme liep dus uit op het herhalen de Russische revolutie op wereldschaal, waarbij gebruik werd gemaakt van zowel de proletarische als de boeren-burgerlijke revoluties, en de leiding van de bolsjewistische partij van Rusland tot commandant te maken van een wereldbolsjewistisch systeem van koppeling van communistisch-proletarische en kapitalistisch-boerenbelangen. Dit beleid is positief geweest in die zin dat het de bolsjewistische staat heeft beschermd tegen de imperialistische invasie door de kapitalistische staten voortdurend met onrusten te hinderen en het de tijd heeft gegeven om zich met de kapitalistische methoden van handelsbetrekkingen, economische verdragen en militaire niet-aanvalspacten geleidelijk weer in het wereldimperialistische systeem in te passen. Het heeft Rusland de kans gegeven om zijn eigen binnenlandse positie ongeremd op te bouwen en uit te breiden. De internationale tweezijdige politiek van het bolsjewisme was negatief in die zin dat het aan beide kanten leidde tot de ineenstorting van de poging om de actieve bolsjewistische politiek over te brengen op wereldschaal. Het experiment van de Boereninternationale stortte volledig in onder de klappen van de nederlagen van de bolsjewistische politiek in China. De III. Internationaal is geen factor meer in de bolsjewistische wereldpolitiek na de ellendige ineenstorting van de Duitse communistische partij. De gigantische poging om de bolsjewistisch-Russische politiek op wereldniveau te brengen is historisch gezien mislukt. Zo is de nationale Russische beperking van het bolsjewisme ook historisch bewezen. Het experiment van de internationale bolsjewistische machtspolitiek heeft tenslotte ruimte en tijd gecreëerd voor de terugtrekking van het bolsjewisme op zijn nationale Russische stelling en de bekering tot de kapitalistisch-imperialistische methoden van de internationale politiek. Theoretisch gezien kwam deze terugtocht tot uitdrukking in de formule van het "socialisme in één land", dat de term "socialisme" zijn internationale betekenis ontnam nadat de Russische economische praktijk het al eerder van zijn proletarische klasse-inhoud had beroofd en het de staatskapitalistische tendensen aan het zicht onttrok die ook in het reformisme en de kleinburgerlijke fascistische bewegingen te vinden zijn.


56. Na de praktische resultaten van vijftien jaar politiek van de bolsjewistische staat en de bolsjewistische Internationale is het irrelevant of Lenin in de maand van de oprichting van de Komintern en daarvoor al dan niet een ander idee had van de effectiviteit van deze bolsjewistische Internationale. In de praktijk heeft het bolsjewisme, met zijn concept van het recht op "zelfbeschikking van de naties", de tendensen van een bolsjewistische machtspolitiek in de wereld ontwikkeld. Via de Comintern speelde het ook een beslissende rol in het voorkomen dat het Europese proletariaat zich zou kunnen verheffen tot het hoogtepunt van het revolutionaire communistische inzicht, maar gevangen bleef in het moeras van reformistische ideeën die door het bolsjewisme nieuw leven werden ingeblazen en in revolutionaire frasen werden gesluierd. Zo werd het concept van het "Russische vaderland" de spil van de politiek alle bolsjewistische partijen, terwijl voor het proletarische communisme de internationale arbeidersklasse in het middelpunt van elke internationale oriëntatie staat.


IX. Het met de staat vergroeide bolsjewisme en de Comintern


57. De oprichting van de Sovjetstaat was de oprichting van de heerschappij van de partij van de bolsjewistische Machiavellisme. Het Russische proletariaat en de Russische boeren vormden de sociologische basis van de bolsjewistische staatsmacht, die zich had verzelfstandigd ten opzichte van de klassen, en die de nieuwe sociale laag vormde van de bolsjewistische bureaucratie. Het Russische proletariaat, geketend door de methoden van verplichte vakbonden en terreur van de Tsjeka, vormde de basis van de bolsjewistische, bureaucratisch geleide staatseconomie. De boeren daarentegen verborgen, en verbergen nog steeds, binnen haar gelederen de privé-kapitalistische tendensen van de Sovjeteconomie. De Sovjetstaat zou in zijn binnenlandse politiek voortdurend tussen deze twee tendensen heen en weer geduwd worden. Hij heeft geprobeerd ze te beheersen door middel van organisatorische geweldsmiddelen, zoals de politiek van het vijfjarenplan en de gedwongen collectivisering. In de praktijk heeft hij deze met inzet van ondraaglijke en bovenmatige krachtsinspanning van de arbeiders en de boeren de economische problemen echter slechts verergerd, tot het gevaar van de ontploffing van de economische tegenspraken. Het experiment van het bolsjewisme met de bureaucratische, door de staat geplande economie kan totaal niet worden omschreven als een definitief geslaagd succes. De grote internationale turbulenties die Rusland bedreigen, moeten de tegenstrijdigheden van zijn economisch systeem tot het ondraaglijke vergroten en kunnen de ineenstorting van het tot nu toe gigantische economische experiment enorm versnellen.


58. Het eigen karakter van de Russische economie wordt bepaald door de volgende omstandigheden: zij is gebaseerd op de warenproductie. Ze wordt beheerd volgens de criteria van de kapitalistische rentabiliteit. Ze vertoont een uiterst kapitalistisch systeem van beloningen en financiële prikkels. Ze heeft het raffinement van de kapitalistische rationalisatie tot het uiterste gedreven. De bolsjewistische economie is een staatsproductie met kapitalistische methoden.


59. Deze staatsproductie brengt met de productie gelijktijdig meerwaarde voort, die maximaal uit de arbeiders wordt geperst. Hoewel de Russische staat geen klasse van mensen kent die individueel en direct profiteren van deze meerwaardeproductie, onttrekt hij deze meerwaarde als een bureaucratisch parasitair apparaat in zijn geheel. Naast het eigen, nogal kostbare onderhoud daarvan, dient de geproduceerde meerwaarde om de productie uit te breiden, de boerenklasse te ondersteunen en de buitenlandse verplichtingen van de staat af te betalen. Zo zijn de Russische boeren, afgezien van de economische parasietenlaag van de heersende bureaucratie, als geheel en als onderdeel van het internationale kapitaal, de profiteurs van de meerwaarde die door de Russische arbeiders wordt geproduceerd. De Russische staatseconomie is dus een winstproductie en uitbuitingseconomie. Het is staatskapitalisme in de historisch unieke omstandigheden van het bolsjewistische regime en vertegenwoordigt daarom een ander en hoger type kapitalistische productie dan de grootste en meest geavanceerde landen vertonen.


60. Dit feit van het bolsjewistische staatskapitalisme zet het probleem van de bevrijding van het Russische proletariaat weer op de agenda. De nieuwe proletarische revolutie in Rusland tegen de bolsjewistische bureaucratie en haar staat, alsmede tegenover de kapitalistische boeren die politiek worden versterkt in de collectieven, kan alleen maar voortkomen uit een nieuwe proletarische revolutie in de grote kapitalistische staten. Ze is net zo onvermijdelijk als deze, vooral sinds de periode van het bolsjewistische staatskapitalisme en zijn sterke industrialisatiepolitiek de vooruitzichten sterk zijn verbeterd.


61. De buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie werd ondergeschikt gemaakt aan de doeleinden van het veiligstellen van de machtspositie van de Bolsjewistische Partij en het staatsapparaat dat onder haar controle staat. Economisch gezien had de Russische regering moeite om haar industriële opbouw te ondersteunen, die met de grootste inspanning werd voortgestuwd. Het isolement van de Russische sovjeteconomie heeft geleid tot een intensief beleid om de noodgedwongen zelfvoorziening van het land af te schaffen en tegelijkertijd de controle over het monopolie op de buitenlandse handel te behouden. Economische en leveringscontracten, concessieovereenkomsten en uitgebreide kredietovereenkomsten herstelden de aansluiting van de Russische staatseconomie bij de wereldkapitalistische productie en haar markten, waarbij Rusland deels de rol speelde als gewilde afnemer en deels als gevoelige concurrent. Aan de andere kant dwong de politiek van economische aansluiting bij het wereldkapitaal de Sovjetregering om vriendschappelijke en vreedzame betrekkingen met de kapitalistische mogendheden te onderhouden. De nog steeds gepropageerde principes van een bolsjewistische wereldpolitiek werden opportunistisch ondergeschikt gemaakt aan het naakte handelsakkoord. De hele buitenlandse politiek van de Russische regeringen kreeg het kenmerk van een typisch kapitalistische diplomatie en scheurde daarmee op internationaal vlak de bolsjewistische theorie los van de praktijk.


62. In het centrum van de propaganda van de buitenlandse politiek van de Comintern heeft het bolsjewisme de stelling van de "imperialistische omsingeling van de Sovjet-Unie" naar voren gebracht, die in de verste verte geen recht deed aan de gecompliceerde lijnen van de imperialistische belangentegenstellingen met hun voortdurend veranderende groeperingen. Zij probeerde het internationale proletariaat te mobiliseren voor haar buitenlandse politiek door een deels parlementaire en putschistische politiek van de communistische partijen om de kapitalistische staten van binnenuit te ontregelen en zo de diplomatieke en economische positie van de Sovjet-Unie te versterken.


63. De tegenstellingen tussen de Sovjet-Unie en de imperialistische wereldmachten leidde tot de ideologische contrapropaganda van de Comintern onder het motto: "Dreigende oorlog tegen de USSR!", "Verdedigt de Sovjet-Unie!" Door deze tegenstellingen herhaaldelijk voor te stellen als de enige en doorslaggevende in de wereldpolitiek, werden de arbeiders beroofd van hun visie op de eigenlijke realiteit van de buitenlandse politiek. De aanhangers van de communistische partijen werden blinde en opportunistisch verdedigers van de Sovjet-Unie en werden misleid voor het feit dat de Sovjet-Unie allang een gelijkwaardige factor in de imperialistische wereldpolitiek was geworden.


64. De voortdurende verkondiging van de gruwelleuze van de op handen zijnde oorlog van de verenigde imperialistische staten tegen de USSR diende in de binnenlandse politiek om de toegenomen militarisering van de arbeid en de verhoogde druk op het Russische proletariaat te rechtvaardigen. Tegelijkertijd heeft de Sovjet-Unie echter altijd het grootste belang gehad bij het absoluut vermijden van een oorlogsconflict met andere staten, en dat is nog steeds het geval. Het bestaan van de bolsjewistische regering is, in termen van binnenlandse politiek, voor een groot deel afhankelijk van het vermijden van alle schokken van buitenaf, zowel die van oorlog als van revolutie. De Comintern heeft daarom in zijn praktijk en in flagrante tegenspraak met zijn oude theorie en propaganda een politiek gevolgd van sabotage van alle werkelijk revolutionaire proletarische ontwikkeling en heeft in de communistische partijen vrij openlijk het standpunt gepropageerd dat de opbouw van de Sovjet-Unie eerst veiliggesteld moet worden voordat de proletarische revolutie in Europa kan worden voortgezet. Aan de andere kant heeft de Russische regering weliswaar krachtige taal gehanteerd ten opzichte van de imperialistische mogendheden, maar heeft zij vrijwel altijd voor hen gecapituleerd. De "verkoop" van de Mantsjoerische Spoorweg aan het Japanse imperialisme is een voorbeeld van de overgave zonder slag of stoot van de USSR aan haar kapitalistische en imperialistische tegenstanders. Aan de andere kant is de overhaaste feitelijke erkenning van de Sovjet-Unie door de Verenigde Staten van Amerika tegelijkertijd het bewijs dat de imperialistische mogendheden in het kader van hun door tegenstellingen beheerste belangenpolitiek ook in staat zijn om de Sovjet-Unie positief te beoordelen. Maar bovenal heeft de Russische regering haar gehechtheid aan het kapitalisme gedocumenteerd door bijzonder stevige economische betrekkingen met het Italiaanse fascisme en het Duitsland van Hitler aan te knopen en te ontwikkelen. De Sovjet-Unie lijkt een betrouwbare economische en dus ook politieke steun te zijn voor de meest reactionaire staten van de fascistische dictatuur in Europa.


65. De politiek van onvoorwaardelijke goede verstandhouding van de USSR met de kapitalistische en imperialistische staten heeft niet alleen economische redenen. Ze is niet alleen een uiting van militaire inferioriteit. De "vredespolitiek" van de USSR wordt juist door de binnenlandse situatie van het bolsjewisme op doorslaggevende wijze gewaarborgd. Haar bestaan als onafhankelijke staatsmacht in Rusland zelf hangt af van het feit of ze erin slaagt het evenwicht tussen de overheerste arbeidersklasse en de boerenstand te bewaren. Ondanks de vooruitgang van de industrialisatie in het land is de positie van de Russische boeren nog steeds zeer sterk. Op de eerste plaats ligt ondanks alle dwangmaatregelen van bovenaf, nog steeds een groot deel van de voedselvoorziening van het land in hun handen. Ten tweede heeft de collectivisering niet alleen de economische, maar ook de politieke macht van de boeren vergroot, die blijven strijden voor de particuliere kapitalistische belangen. Want "collectivisering" in Rusland betekent de collectieve aaneensluiting van privé-bezittende boeren met behoud van particuliere kapitalistische berekenings- en distributiemethoden. Ten derde zou een oorlog met nieuwe massale bewapening van de boeren de voorwaarden scheppen voor een nieuwe massale boerenopstand tegen het bolsjewistische systeem, net zoals, omgekeerd, een revolutie van het Europese proletariaat een openlijke rebellie van de Russische arbeidersklasse waarschijnlijk maakt: om deze redenen is de politiek van goede verstandhouding tussen de sovjetregering en de imperialistische mogendheden een vitale noodzaak van het bolsjewistische absolutisme.


66. De Comintern zelf werd een instrument voor het misbruiken van de internationale arbeidersklasse voor de opportunistische doeleinden van nationale vooruitgang en het internationale veiligheidsbeleid van de Russische staat. Ze is in haar niet-Russische delen ontstaan uit de samenvoeging van de revolutionaire kaders van het Europese proletariaat. Door gebruik te maken van het gezag van de bolsjewistische revolutie werden het organisatieprincipe en de tactiek van het bolsjewisme met de meest meedogenloze wreedheid en met onmiddellijke splitsingen opgedrongen. De EKKI-centrale, een instrument van de leiding van de Russische staatsbureaucratie, werd op haar beurt tot de onbeperkte commandant van alle communistische partijen gemaakt en haar politiek werd volledig losgekoppeld van de echte revolutionaire belangen van de internationale arbeidersklasse. Revolutionaire frasen en resoluties dienden om de contrarevolutionaire politiek van de Comintern en zijn partijen te verhullen, die op hun bolsjewistische manier tot partijen van dezelfde arbeidersbedrog en ongebreidelde demagogie werden gemaakt als de sociaal-democratische partijen waren geworden. Terwijl het reformisme in historische zin ten onder ging aan de versmelting van zijn apparaat met het kapitalisme, faalde de Comintern door de verbondenheid van zijn apparaat met de kapitalistische politiek van de Sovjet-Unie.


X. Het bolsjewisme en de internationale arbeidersklasse


67. Wat betreft principe, tactiek en organisatie, is het bolsjewisme de beweging en de methode van de burgerlijke revolutie in een overwegend boerenland. Om het feodaal-kapitalistisch absolutisme te breken, heeft het bolsjewisme het socialistisch georiënteerde proletariaat en de op het privé-kapitalistisch grondbezit georiënteerde boerenstand gebracht onder de dictatoriale leiding van de Jacobijnse intelligentsia. Daarmee leidde laatste de revolutionaire opstand tegen de absolute staat, het feodalisme en de bourgeoisie. In een groots opgezette strategie werden de tegengestelde proletarische belangen en die van de boerenklasse samengevoegd en gebruikt met de hulp van het klasseninzicht in de wetmatigheden van de maatschappelijke ontwikkeling.


68. Het bolsjewisme is daarom niet alleen ongeschikt als referentiepunt voor de revolutionaire politiek van het internationale proletariaat, maar het vormt ook een van zijn ernstigste en gevaarlijkste hindernissen. De strijd tegen de bolsjewistische ideologie, tegen de bolsjewistische praktijken en dus tegen alle politieke groeperingen die het opnieuw in het proletariaat willen verankeren, is een van de eerste taken in de strijd voor de revolutionaire heroriëntatie van de arbeidersklasse. Proletarische politiek kan alleen worden ontwikkeld vanaf de grondslag van de proletarische klasse en met de methoden en vormen van organisatie die daarvoor geschikt zijn.





Door F.C. in 2020 nieuw vertaald uit het Duits. 

Bron voor machinevertaling: https://libcom.org/files/kurasje.pdf. Bij de correctie is deze vertaling incidenteel vergeleken met de Nederlandse vertaling van 1934 door GIC: Stellingen over het bolsjewisme, 1-4, 5-10, 11-16, 17-20: http://aaap.be/Pages/Pamphlets-GIC.html. Tot slot is de gehele vertaling vergeleken met het PDF van het origineel in Rätekorrespondenz, 1934, nr. 3, August: http://aaap.be/Pdf/R%C3%A4tekorrespondenz/R%C3%A4tekorrespondenz-1934-03.pdf. Daarbij bleek de hier weergegeven inhoud van stelling 60 geheel te ontbreken in het Duitse origineel, maar komt wel voor in wat diende als bron voor de machinevertaling en in de eerste Nederlandse vertaling door de GIC. In de laatste ontbreekt een stelling 61. De inhoud van stelling 61 uit de Duitse versie staat onder stelling 62. Daarmee komt de nummering in de voorliggende vertaling overeen met die gepubliceerd in de P.I.C. van april 1934.


26-05-2020